Ik heb de afgelopen tijd via verschillende projecten een paar inkijkjes gehad in de zorgwereld. You know, die wereld die zo onder druk staat en zo ingewikkeld geworden is.

Via verschillende opdrachten kreeg ik die inkijkjes bij verschillende organisaties. Vanaf een zijlijn, waar ik indirect informatie opvang. Vooral van de zorgverlenende kant, maar niet direct van de werkvloer. De communicatie en publicaties waar ik mee aan de slag kan tonen natuurlijk maar een klein deel van het verhaal. Als je deze complexe wereld al in een verhaal zou kunnen vatten. Ik denk het niet.
‘Dat gaat mis’, denk ik als ze de theepot in het koffiezetapparaat probeert te zetten. Ik wijt het aan haar leeftijd, iets van dementie wellicht. Maar daar heeft het geen snars mee te maken: het warmhoudplaatje helpt de thee warm houden terwijl hij trekt, vertelt ze. Dat bedacht ik met mijn voorgeprogrammeerde ideeën en verwachting dus niet.
Menselijke verhalen
En daarom is het juist zo boeiend om de kleinere verhalen te zien. Van mensen die onderzoeken hoe het anders kan. Die onderweg gaan zonder te weten of de uitkomst dé oplossing zal zijn. Zelf nieuwe paden maken in een wereld waar de bureaucratie, regelingen en protocollen de boel verstrakt hebben en het proces de mens zowat heeft weggedrukt. Dat is vast niet altijd even efficiënt, een meer creatieve benadering. Maar het kan wel ruimte maken.
Ik zag het bij Project Wave (waarbij outsider-onderzoekers werden betrokken in de complexe zorg), en bij het initiatief Medifoor (medische informatie met getekende metaforen creatiever maken).
Ruimte
Via een andere weg kom ik het tegen bij Cordaan’s ambulant kunstteam, waar mensen die zorg krijgen worden gekoppeld aan een kunstenaar – als zij dat willen. Ik bezoek zelf twee mensen op leeftijd, allebei wonen ze in hun eigen huis. Uiteraard twee heel verschillende karakters. Maar bij beiden leer ik zelf ruimte te maken, om te improviseren, om mijn aannames tegen te komen, én anders te luisteren. Met ruimte voor rommeligheid en onvoorspelbaarheid levert dat mooie dingen op.
De tijd verschuift steeds (in uren en in jaren). Een gesprek loopt niet van a naar b, is soms een eindeloos refrein. Ik krijg onverwacht persoonlijke vragen. En om 2 uur ‘s middags een glaasje Safari aangeboden. Onze ‘systemen’ lijken voor een groot deel anders ingericht. We leven in andere werelden, wilde ik zeggen. Maar het is geen andere wereld. We kunnen elkaar veel beter verstaan dan we denken. Misschien moet ik het dan ook niet hebben over ‘de zorgwereld’ alsof dat iets anders is dan de gewone wereld.
Terwijl we thee drinken hoor ik hoe ze soms zo baalt. Van het hokje. Van het stempel dat mensen al snel op anderen plakken. “Waarom moet ik horen dat het knap is dat ik mijn eigen eten kook?”