
Ergens in 2018 kreeg ik een telefoontje; een andere Femke, die met me wilde sparren over haar boekproject.
Dit work in progress ging over haar rug, revalidatie, veerkracht, de creatieve mindset. Femke had een veelheid aan ideeën, teksten en beelden, en dus was dé vraag: wat is de rode draad? Inmiddels is haar boek ‘Schroef jezelf los’ verschenen. Over het soms lastige en rommelige proces dat bij veranderen, leven én creëren komt kijken. Ja, en toen was ik natuurlijk benieuwd hoe zij zélf dat proces bij het schrijven van haar boek heeft ervaren. Femke Deckers vertelt:
Het begin: van röntgenfoto’s tot interviews
‘Toen ik wist dat ik een rugoperatie ging krijgen besloot ik dat ik van dat noodzakelijke ‘kwaad’ iets moois wilde maken. Het betekenis geven. Zonder idee van hoe of wat dat zou gaan worden. Als eerste vroeg ik een fotograaf om mijn proces te volgen.
Na de operatie bleek ik een gedeeltelijke dwarslaesie te hebben. Met die heftige uitkomst nam het echt een vlucht en wilde ik iets groters met mijn levensverhaal doen. Ik begon te verzamelen: röntgenvideo’s, eigen foto’s met mobiel, foto’s van de fotograaf. En ik schreef: niet alleen in een dagboek, maar ook interviews met mijn moeder en artsen.
Daarbij werd creativiteit, de creatieve mindset, een steeds belangrijker thema. Na mijn operatie bleek dat ik mijn creatieve skills – in mijn werk opgedaan – ook op persoonlijke tegenslagen kon toepassen. Dus mijn ideeën en ervaringen daarover wilde ik ook in dit project onderbrengen.’
Hulp van een uitgever
‘Het begon met een meer autobiografisch boek over mijn worsteling met mijn lichaam. En het werd Schroef jezelf los, dat mensen wil stimuleren om zelf ook een creatieve mindset toe te passen. Ik kon pas echt doelgericht schrijven toen ik de kans kreeg om met een uitgever aan de slag te gaan. Dat was het echte startpunt. Ik merkte: ik kan dit niet meer alleen. Maar al het voorwerk is wel nodig geweest. Ik had dit boek niet out of the blue kunnen schrijven.’
Werk je aan een creatief project?
Een paar belangrijke lessen van Femke Deckers
1 Leg je kernconcept vast
‘Van de uitgever kreeg ik als eerste de opdracht: schrijf de kernboodschap van je boek in één zin, om makkelijk te onthouden. En verder kort voor wie, waarover, en een hoofdstukindeling. Alles in maximaal één A4-tje, Nou! Het heeft me minstens 6 weken gekost om dat helder te krijgen. En zelfs toen heb ik het kernconcept nog twee keer aangepast. Van idee A naar idee D!
Met zo’n kernconcept maak je doelgerichte keuzes in plaats van dat je maar wat doet; een beetje hier, een beetje daar. Ook al pas je het in de tijd aan, je wéét waar je vanaf wijkt. Dat maakt het proces ook bewuster. Je kunt je keuzes verantwoorden, helder hebben ‘waar doe ik het voor?’ Het helpt ook om je onderwerp te kaderen. Aanvankelijk wilde ik alles behandelen, dan is het geen wonder dat ik vastliep.’
2 Schrijf het gewoon op
‘Ik was gelijk in de eindredactie, wilde mijn beste zinnen schrijven. Terwijl de uitgever zei: “Schrijf het eerst gewoon op”. Het is best moeilijk om niet gelijk met de eindredactie bezig te zijn. Ik was bang te veel tijd te vragen van de uitgever, te veel woorden te gebruiken. Dat is ook wel mijn beroepsdeformatie; als copywriter leerde ik: hoe minder woorden hoe beter.’
3 Ga voor vertrouwen
‘Belangrijk: vertrouwen tussen jou en de mensen die je helpen. Bij mij was dat de uitgever: zo iemand heb ik hoog zitten en ik dacht in het begin ‘die heeft geen tijd voor slechte versies’. De eerste keer dat ik werk opstuurde? Doodeng. Er stonden onaffe stukken onderaan – die was ik vergeten te verwijderen. Paniek! Heb ik gemaild dat ze dat niet moest lezen. Maar het was te laat, ze had het al bekeken. Uit haar reactie merkte ik wel gelijk dat ze op een veel hoger niveau las. Eigenlijk heel goed dat ik ‘faalde’ in mijn eigen ogen – het haalde gelijk de druk eraf. Een boek schrijven is toch een persoonlijk proces. Je geeft een stukje van jezelf weg én je komt jezelf tegen. Ook daarvoor is vertrouwen belangrijk.’
4 Investeer in professionele hulp
‘Ik ben blij dat ik niet alles zelf heb proberen te doen. Een uitgever is nodig om het bij het grote publiek te krijgen. In mijn geval had zij ook de rol van redacteur. Maar denk ook aan de PR. Dat stuk slaat me dood als ik dat zou moeten doen bij het volgende project. Ik zou zeggen: ga op zoek naar mensen die ervoor opgeleid zijn, betaal ze om het werk te doen. Nu ik weet hoe de externe hulp mij geholpen heeft, wil ik mezelf dat bij mijn nieuwe project ook nu weer geven. Zonder hulp komt het er niet. Als een soort mentor die je ook helpt de zakelijke stap te zetten.’
5 Wees bereid om los te laten
‘Er zijn doorlopend dingen geweest die ik moest loslaten. Even op een rijtje:
- Het aanvankelijke idee – geen boek over mijn lijf, maar iets met een meer professionele insteek.
- Heel veel pagina’s theorie. Dat werkte niet. Ik had het idee dat ik bepaalde kennis moest etaleren.
- Dat het perfect moet zijn als je het opstuurt naar een uitgever.
- Stukken of zinnen die een vreemde eend in de bijt zijn. Het is voortdurend uitproberen, nee toch niet de goeie weg, en weer los. Kill your darlings.
- Het idee dat het ooit af zou zijn.’
Oh?
‘Ook een boek is nooit af.’
Hoe voelt dat?
‘Niet zo lekker als gehoopt!’
Wanneer is het dan klaar?
‘Niet. Of tenminste, als ik het besluit.’
‘Ik zie nog steeds waar het beter had gekund. Maar het was zo af als het zijn kon. Het feit dat dat boek ‘af’ is en er ligt, wil niet zeggen dat ik ook stop – ik rol gewoon door. Ik houd van beweging.’
Het rommelige creatieve proces en het eindresultaat (Femke Deckers)